Mini-serie: Een missie met een staartje (deel 1)

Toen ik klein was schreef ik al graag fictie. Nu ontdekte ik een verhaal dat ik ooit op de middelbare school was begonnen te schrijven tijdens een saaie scheikundeles. Uiteindelijk werd de les toch weer interessant en heb ik het nooit afgemaakt. Daarom besloot ik om dat nu maar eens te doen.

Ik zal je niet langer in spanning houden. Hier volgt na dertien jaar dan eindelijk de onthulling, speciaal voor lezers van Out of the cat box. Veel plezier!

Aflevering 1: Het geheime dier in de sneeuw

Yoyce en Annie waren twee vrolijke meisjes die in 5-atheneum zaten. Voor in de vakantie hadden ze een leuk bijbaantje: foto’s maken van bijzondere dieren. Vaak kregen ze een opdracht van de schrijver van een boek of van de redactie van een tijdschrift om zo’n dier op te sporen. Deze voorjaarsvakantie kregen ze een opdracht in Finland. Om welk dier het ging wisten ze nog niet.

Zaterdagavond kwamen ze aan bij hun hotelkamer, die meneer Namgal, hun opdrachtgever, voor hen gereserveerd had. Nauwelijks hadden ze hun koffers uitgepakt of Namgal schoof al een foto onder hun neus: “Ik wil dat jullie dit beest zo snel mogelijk gefotografeerd hebben. Dit is maar een amateursfoto, die kan ik natuurlijk niet gebruiken. Deze fotograaf heeft alleen snel een bewijsje gemaakt; het is namelijk zeer zeldzaam.”

Yoyce en Annie staarden op de wazige foto, waarop ze een vreemd bruingrijs dier zagen. Het leek wel een soort wilde kat, maar dan met het hoofd van een aapje. “En waar kunnen we ‘dit beest’ dan vinden?” vroeg Annie. “Hoe moet ik dat nou weten, jullie zijn hier de fotografen!” antwoordde Namgal geërgerd.

Op de wazige foto was een vreemd, katachtig dier te zien | Foto: Pixy.org

“Goed”, zei Yoyce “dan zullen wij eerst even de omgeving gaan verkennen. “Mooi”, zei Namgal “en laat het me meteen weten als jullie hem gevonden hebben. Ik verblijf op kamer 210.” “Hé, dat is tegenover onze kamer”, zei Annie. “Precies”, antwoordde Namgal “dan kunnen jullie me des te sneller bereiken.”

De meisjes liepen naar hun kamer om hun fototoestellen te halen. Zouden ze de kat toevallig tegenkomen, dan waren ze meteen klaar. Maar dat viel al snel tegen.

Overal lag sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw, behalve op sommige plekken in het bos, dat in de buurt van een hoge rots lag. Alleen het riviertje was daar niet bevroren, omdat het begon als een waterval en van de rotsen naar beneden stroomde. Hoe lang Yoyce en Annie ook liepen, ze kwamen alleen maar bomen en een verdwaald hert tegen.

Tegen de avond kwamen ze doodmoe terug bij het hotel. “Weet je”, zei Annie “we moesten morgen maar eens naar de lokale bieb gaan. Misschien komen we daar te weten waar hij leeft.”

“Natuurlijk!” zei Yoyce. “Dat hadden we meteen moeten doen. Stom dat we daar niet eerder aan gedacht hebben.” Terwijl Annie naar de sleutel van hun hotelkamer zocht zag Yoyce ineens iets liggen. Op de deurmat lag een briefje. Yoyce vouwde het open. Dit stond erop:

Hebben jullie hem al gevonden?
Kom dan snel naar kamer 210!
Namgal.

“Wat een ongeduld is die Namgal toch!” zei Annie. Ze griste het briefje uit de hand van Yoyce en schreef er heel groot ‘Nee!!’ op. Toen legde ze het op de deurmat tegenover hen. “Kom nou naar binnen”, zei Yoyce. “Voordat Namgal komt vragen of we zijn briefje wel gevonden hebben.”

Ze gingen hun kamer binnen en Annie zette meteen de radio aan. “Even wat muziek, ook al versta ik toch geen woord van dat Fins. Hé, wat praat die presentator opeens raar. Het lijkt wel Nederlands.” En dat was ook zo. De presentator van het radioprogramma sprak opeens met moeite Nederlands: “Deze plaat is aangevraagd door meneer Namgal, met de dringende vraag of Yoyce en Annie uit Nederland het beest al gevonden hebben. Bel ons nummer, Yoyce en Annie, en jullie komen in de uitzending!”

“Laat die man ons nou nooit met rust?” zei Yoyce. “Nou moeten we ook nog bellen!” Maar Annie had de telefoon al gepakt. “Hier zijn wij al, meneer Fjørd, met het antwoord ‘nee’, en met de dringende vraag of meneer Namgal ons nu niet meer wil storen en…”

“Eén momentje”, onderbrak de vertaler van meneer Fjørd “er belt nog iemand, wat zegt u? Dat ze dan maar moeten opschieten want maandag moet… ja, ja, ik zal het zeggen en…” ging de vertaler verder, zonder op Annie te letten. “Hé Fjørd, hij heeft opgehangen! En die meisjes nu ook. Wat nou ‘de uitzending ligt helemaal overhoop’? Daar kan ik toch niks aan doen?”

Yoyce zette de radio maar uit. “Wat een chaos! Zijn al die Finse radioprogramma’s zo slecht?” Annie geeuwde. “Laten we maar gaan slapen, dit gaat nog een vermoeiend weekje worden…”

De volgende ochtend schrokken de meisjes wakker van een hard geroffel. “Hé Annie er wordt geloof ik aangeklopt…” mompelde Yoyce, “doe jij even open?” en draaide zich weer om. Annie, die al recht overeind zat, sprong naar de deur.

Daarachter stond een man met een papiertje in zijn hand. “Mister Namgal asked me to give you this” zei hij. “Oh nee! Waar is de papierbak?” riep Annie. “Ik hoef het al niet meer te lezen. Zeg hem maar dat we dat beest nog lang niet gevonden hebben.”

“Please Ma’am, just take it. He said it was on the prikbord of the reception, I don’t know what that means..”. “Nu weer het prikbord! Ik prik die Namgal daar zelf nog eens op!” riep Yoyce knarsetandend vanuit bed. “Ja, met een grote punaise door zijn hoofd!” giechelde Annie. Toen ze weer omkeek, was de man bij de deur verdwenen en dwarrelde er een papiertje op de grond. Zuchtend raapte Annie het op. “Oh. Er staan alleen maar de openingstijden van de bieb op. En zo te zien sluit ‘ie over een uur.”

“Oh, fijn!” zuchtte Yoyce. “Is Namgal toch nog ergens goed voor. Kom, laten we snel gaan.”

De bibliotheek was niet ver lopen, net als eigenlijk alles in het kleine dorpje. Aan de balie zagen ze een lange, grijsharige dame met een dikke rode bril die hen streng aankeek. Yoyce duwde Annie naar voren. “Zeg jij het maar, jij bent goed in Engels.”

“Hmm, nou ok… “ Annie haalde de vage foto uit haar jaszak en legde die op de balie. “Hello mevrouw eh… do you maye have what info over this animal?”

De vrouw schoof haar bril recht en wierp een inspecterende blik op Annie en de foto. Toen schudde ze haar hoofd, stond op en trok een flyer uit een lade, die ze met een klap op de balie smeet. “No pictures! No no no.” Ze wees vermanend naar de meisjes en ging weer zitten.

“Oh.. ok, senk joe.” zei Annie. Ze pakte de flyer en liep al turend naar buiten. Yoyce rende achter haar aan. “Wat zei ze? Wat staat erop?” Annie liet zien. “Kijk, het is dezelfde foto als die van ons! Met een rood kruis erdoor. En Tämän eläimen etsiminen ja kuvaaminen on ehdottomasti kielletty!” en dan nog iets in kleinere letters…” “Watte?” “Tämän eläimen…“ Yoyce trok Annie ongeduldig mee. “Nee, ik spreek toch geen Fins! Laten we in het hotel om een vertaling vragen.”

In de volgende aflevering: nog een fotograaf? En Namgal is verdwenen…

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag